Sociale afkomst verwijst naar het sociale milieu of de sociale klasse waarin iemand geboren is en die de vormende jaren in zijn/haar leven heeft bepaald: zijn/haar afkomst, opvoeding of startpunt in het leven. Iemands sociale afkomst kan verschillende sporen nalaten, van accent tot zelfperceptie, of het bestaan van persoonlijke of professionele netwerken, die zijn/haar perspectieven op veel gebieden kunnen beïnvloeden en zijn/haar hele leven lang kunnen blijven bestaan.
De sociale situatie verwijst naar de sociale status, die verwijst naar iemands huidige situatie in termen van socio-economische situatie, socioprofessionele situatie, opleidingsniveau, woonplaats, administratief statuut, gezinssamenstelling, sociale netwerk of lidmaatschap van een bepaalde sociale klasse. De sociale situatie verwijst bijvoorbeeld naar de situatie van eenoudergezinnen, daklozen, werkzoekenden of analfabeten.
Eenouderschap: De definities van eenouderschap, die tal van situaties omvatten, kunnen variëren. De meest gebruikte definitie op administratief gebied verwijst naar de situatie waarin één ouder merendeels alleen de dagelijkse economische en educatieve last van een kind (kinderen) draagt, ongeacht of deze ouder al dan niet recht heeft op alimentatie. In andere contexten kan er gebruik worden gemaakt van een bredere definitie die gebaseerd is op zelfidentificatie, volgens dewelke eenouderschap diegenen omvat die zich op een bepaald moment in hun leven in een situatie bevinden waarin ze op permanente, hoofd-, gelijkwaardige of occasionele basis verantwoordelijk zijn voor de huisvesting en de opvoeding van een kind.[6]
Niet-gebruikmaken van rechten of “non-take-ups”
Het niet-gebruikmaken van rechten verwijst naar de situatie van iemand die niet gebruikmaakt van een openbaar aanbod van rechten en diensten waar hij/zij recht op zou hebben. Deze term dekt verschillende situaties, zoals:
- Het gebrek aan kennis: de persoon is niet op de hoogte van het recht
- Het niet-voorstellen: wanneer een maatschappelijk interveniënt geen recht voorstelt aan een in aanmerking komend persoon
- Het niet-vragen: het recht is bekend, maar de persoon heeft er niet om gevraagd
- Geen toegang: het recht is bekend en werd gevraagd, maar wordt de betrokkene ontzegd
- De uitsluiting van rechten: Afschaffing van een verworven recht. Bijvoorbeeld: iemand verliest zijn/haar recht op een leefloon door de schrapping van zijn/haar referentieadres
De digitale kloof verwijst naar de ongelijkheden in internettoegang tussen individuen of tussen sociale groepen. Deze ongelijkheden kunnen te wijten zijn aan een aantal factoren: de financiële toegankelijkheid van internettoegang (aankoop van materiaal, financiering van de internetverbinding), de digitale competenties van het individu, de kwetsbaarheid op het internet, enz. Met deze ongelijkheden moet rekening worden gehouden, vooral in het kader van de digitalisering van de overheidsdiensten.